
Er zijn zoveel groenten op de wereld, maar als je niet oppast, eet je elke week hetzelfde. Sinds kort hebben de bietjes mijn aandacht getrokken. Vroeger vond ik ze vies, maar ze zijn eigenlijk heel erg lekker. Heel anders dan de bietjes die we toen ik klein was uit een potje aten. Dus toen ik deze mooie gele bieten op de markt zag, moest ik ze hebben. Gekookt geven ze bijna licht zo mooi doorschijnend geel worden ze. Geen idee wat ik ermee ging doen. Dan komt een etentje goed van pas. Internet leert me dat er zomer- en winterbieten zijn. Deze gele winterbieten moet je toch wel een uur koken voordat ze gaar zijn. Kook ze in de schil. Schillen doe je pas als ze klaar zijn. Heel makkelijk om overdag alvast te doen. Tegen de tijd dat je ze nodig hebt, doe je ze nog even in een pan met anti-aanbaklaag. Bak ze in een beetje olie en als ze een beetje bruin beginnen te worden, karamelliseer je ze met wat bruine suiker en balsamicoazijn. Bak nog even door, maar let wel op dat ze niet verbranden. Hetzelfde kun je prima ook met de worteltjes doen. Kies voor jonge bospeentjes, die zijn mooi klein. Je kookt ze alleen een stuk minder lang. Zorg dat ze niet te zacht worden, want dan breken ze makkelijker. Het resultaat is verrassend zacht en een beetje zoetig van smaak.